Knetterverliefd was ik. Op de ridder die met paard en zwaard voor Michelle Pfeiffer streed in Ladyhawke. Het was 1985 en ik katzwijmde de Tielse bioscoop uit. Rutger Hauer. Wát een stuk. Anderhalf decennium later kwam ik erachter dat Rutger Hauer ook een rol in míjn leven had gespeeld. Een cruciale nog wel.
Iedereen hangt van spelingen van het lot aan elkaar. Iedereen is een ongelukje, een toevalligheidje. Was X destijds rechts- in plaats van linksaf gegaan, dan was Z nooit verwekt. Als Q destijds één dag eerder het vliegtuig had genomen, dan was Y nooit geboren. Ik ben dol op what-ifjes. Zoals deze, over een liftavontuur met Rutger Hauer in de late jaren ’60. Wat als er wél een tegenligger was geweest?
Hauer reed in een Porsche 911, zijn liefste bezit destijds, staat er in zijn autobiografie. Kon heel erg hard. Hij stopte voor een nozem in de berm, een Friese berm. Friesland was een populaire provincie voor revolutionaire bourgeois jongens en meisjes, toen. Deze lifter was er ook zo eentje. Een paar jaar jonger dan de acteur die net helemaal the man was door zijn Floris-rol, en Rutger had zin in indruk maken. Plankte en bleef planken. “Als er nu een tegenligger komt, zijn we er geweest”, riep hij genietend.
Een autoritje dat hoorde bij zijn karakter, lees ik in een artikel in Trouw uit 2007, naar aanleiding van de publicatie van zijn autobiografie:
Wie Hauers memoires leest, krijgt de indruk dat de mens Hauer wel het een en ander gemeen heeft met woeste vrijbuiters als Floris en Erik. Een ontdekkingsreiziger noemt hij zichzelf, en iemand die graag het randje opzoekt. Hauer dient talloze bijna fatale ongelukken op: val van paard, auto-ongeluk, verdwalen in de Australische woestijn. [..]
De tegenligger kwam niet, en dus kan ik nu een in memoriam voor Rutger Hauer schrijven. Want de lifter die aan zijn roekeloosheid was overgeleverd, verwekte niet veel later mij.
Ze hadden nog iets gemeen, die twee ladykillers. Rutger Hauer had ook een dochter die hij zelden zag, zo ontdekte ik op mijn ach-toch-hij-ook-al-dood-tochtje op internet. Aysha, geboren in 1966 – voor haar had dit what-ifje geen verschil gemaakt.
In plotselinge (en vergezochte, weet ik wel, maar is mooi voor het verhaal) verbondenheid met een onbekende: gecondoleerd met je vader, verre dochter.