Hé Brendan, doe maar niet, I think you’ve had enough. Nee, that’s right, I’m not your mother. Okay okay, nu je je bier toch hebt: sláinte. Proost, jongen, zo ver van huis. Zit je dan, aan de bar van een Rotterdams hostel, op kerstavond.
Als ik aan je uitspraak raad dat je uit óf county Sligo óf Donegal komt, begint je sea of sentiments te stromen, oh my, oh fuckin’ fuck, can you fuckin’ hear? Je bent pissed as fuck, you redneck Irish fuck of a fellow. Dat zijn jouw woorden; ik zie in je nek alleen een puist, want je bent jong en je Catholic hangups hebben zich als pus in die pukkel verzameld.
Je oreert over abortion – we Inishowen rednecks all voted no, you know? It’s our fault it’s still illegal in Ireland – over hoeveel bloody children Irish mams wel niet krijgen en over euthanasia. Zoals jij het uitspreekt, klinkt het als een land. A trip to Euthanasia. Zouden daar ook hostels zijn zoals hier?
Jij hebt maar één zus – heel zeldzaam op jouw eiland – en die woont in Afrika met haar vriend, he’s a great dude and I love him to bits and I hope they get married, but I will never ever do such a thing, I don’t need anyone, you hear? I don’t need ANYONE and I’m so FUCKIN’ happy about that.
Je bestelt nog een pul bier.
Je ouders zijn dood. Je vader was een asshole, zeg je, but my mother was a decent person. Ze gaven haar twee jaar maar ze maakte er nog vijf van.
Brendan wankelt van zijn kruk en gaat pissen.
“Veel eenzame mensen hier met Kerst”, zegt de barman droogjes terwijl hij nog een bokbier voor me tapt en een likeurig shotje inschenkt voor mijn jeugdvriend met wie ik aan deze bar ben gaan zitten. Dat Brendan zichzelf tussen ons in heeft gemanoeuvreerd is niet erg; we kennen elkaar lang en goed en kunnen ook met enkel wenkbrauwen een gesprek voeren, zó langs Brendan heen.
Je komt terug van de wc en ziet in het licht van de ganglamp dat ik een gingerhead ben. You’d be a fuckin’ succes in Ireland, men would go all romantic over you, because you remind them of their mothers. We all want our mothers in the end.
Je mist je moeder, my dear lad, ik weet het. Het is december en je mist haar. Geeft niet lieverd, ik mis de mijne ook. Je wordt bijna kwaad, slaat op de bar en je bier spat over de rand van je glas, no fuckin’ way, I don’t need anyone.
Maar ik weet dat het waar is. Brendan mist zijn dode moeder, voor de rest van zijn leven zal hij haar missen.
Thank God you’re a catholic, dear Brendan, you tormented and lonely soul. Voor jou is Zij er altijd.