Ik pleit voor een nieuw leenwoord in onze taal. Mortgage. Dat betekent ‘hypotheek’ in het Engels. Niks revolutionairs aan: zowel wij als de Britten speelden ooit leentjebuur bij de Fransen voor onze respectievelijke aanduidingen voor De Meest Bepalende Schuld van je Leven. Waarom wil ik van ‘hypotheek’ af? Omdat het te keurig is, te smetteloos. Er gaat geen dreiging van uit – al helemaal niet als je het woord ‘aflossingsvrij’ ervoor zet. Terwijl het juist dan dubbel zo dreigend zou moeten klinken.
Mortgage (spreek uit: mohgidzj) is veel beter. Want mortgage roept direct het ‘Kijk uit! HIJ HEEFT EEN PISTOOL!’-gevoel op. Splits je even mee? Mort duidt op moord, doodslag, arsenicum, op ‘and then there were nine’. Gage betekent iets als bedrag of beloning. Redelijk neutraal woord zou je denken, maar niet als je door mijn ogen kijkt. Mijn adem stokt al vóór ik de laatste letter heb gelezen. Ik zie een woord wat mij de keel dichtknijpt: to gag betekent kokhalzen, of iemand met een prop de mond snoeren.
Mortgage is een gruwelijk, afschrikwekkend woord. Ik had er een lief ding voor over gehad als het dertien jaar geleden al gangbaar Nederlands was geweest. Want toen kocht ik voor het eerst van mijn leven een huis.
Destijds was ik een verstandige dertiger en beschouwde mijzelf als financieel prima bij de pinken. Ik spaarde sinds mijn prilste jeugd, gaf nooit uit wat ik niet had en vierde vakantie met fiets en tent. Ik gokte niet, ik shopte niet, ik stond zelden rood. Tot in 2006. Toen tekende ik voor een aflossingsvrije hypotheek. Diep van binnen fluisterde mijn wegstervende gezond verstand dat ‘aflossingsvrij’ niet stond voor een zo goed als gratis huis. Maar omdat ik destijds leefde in een vlaag van verstandsverbijstering – ik ging samenwonen – luisterde ik niet. Bovendien zeiden de vader van de man met wie ik net getrouwd was en de man van de bank dat Het Goed Was, en Voordelig, zo’n aflossingsvrije hypotheek. Ik verdiepte mij in niets, vertrouwde blind en doof op adviseurs en zette mijn handtekening onder het koopcontract.
Vijf jaar later had mijn gezond verstand zich weer naar boven geworsteld, ik scheidde en nam mijn verlies in hart- en huiszaken. Mijn ex kocht een appartement en tekende voor een hypotheek waarvan de vader van zijn nieuwe vriendin en de man van de bank zeiden: verstandige keus. Ik vond ook een woning, liet de betekenis én de dreiging van het woord mortgage goed tot mij doordringen en tekende voortaan nooit meer iets wat ik niet begreep.
Binnenkort ben ik dankzij twee strakke financiële vijfjarenplannen daar waar ik wezen wil: vrij van aflossing. Goed lezen hè – niet aflossingsvrij, maar vrij van aflossing.