Al drie dagen wil ik over mijn moederdagcadeau schrijven. Het ligt op tafel, maar als er iemand thuiskomt, leg ik er snel iets overheen. Dus ik haal het niet wég, dat niet, maar pontificaal ermee pronken durf ik niet. En het wordt nog idioter: ik geneer me voor mijn schaamte.
Niet eerder in mijn leven kreeg ik een graphic novel cadeau. Op de cover een rode aanprijssticker met de quote: “Wat een fantastisch kutboek!” En dat is het. ‘De verboden vrucht’ is bij elkaar gedacht en getekend en geschreven door een Zweedse, Liv Stromquist. En dan twee puntjes op de o, maar die kan ik niet vinden in WordPress, en ik heb haast dus ik ga niet zoeken. Ik heb haast (terwijl haast niet goed is bij schrijven, dat vertel ik altijd aan iedereen die het maar wil leren) omdat ik me geneer voor het gaaf vinden van dit kutboek, dus moet ik snel schrijven. Om mijn gene te snel af te zijn, snap je? En jaja, op de eerste e van ‘gene’ hoort een dakje.
Dit is de voorkant. Op de achterkant staat een vrolijk meisje op kunstschaatsen, één been op het ijs, ander been in de lucht, verticale splitstand dus, en zij toont in volle glorie de vlek in haar broek – net zo rood als de sticker voorop het boek. Wat zich binnen de kaft afspeelt is fenomenaal: een lange stoet mannen komt voorbij, mannen die eeuwenlang veel te veel vonden van vagina’s. Freud, Kellog (ja, die cornflakes-vent: die sprenkelde zuur in het tussenbeense van dames, om vermaledijde zelfbevrijdiging te voorkomen), christelijk-medische clitknippers en zo verder – gruwelijk. Maar gruwelijk is prima te verteren als je daarbij keihard kunt lachen, en dat kan dus met mevrouw Liv. Ik quote een pagina (die waanzinnig schaterwekkend is getekend, maar daarvan een fotootje plaatsen is copyrightgehannes) die het tijdperk Freud samenvat:
Wie echt TOTAAL flipte door Freuds ideeën over frigiditeit en vaginale orgasmes was prinses Marie Bonaparte (1882-1962). Ze bestempelde zichzelf als ‘frigide’ omdat ze niet klaarkwam door penetratieseks met haar man, prins George van Griekenland en Denemarken. [..]
Prinses Marie Bonaparte zo van: ‘WAAROM vind ik het zo FUCKING LEKKER om te masturberen, maar echt OERSAAI om urenlang te worden platgeneukt door prins George van Griekenland en Denemarken??!!! … IK BEN MISMAAKT!!’
Ook reuzeleuk zijn de oude Grieksen die Liv erbij haalt in hilarische hervertellingen, zoals de vrouw van Plato die tegen de vrouw van Socrates klaagt dat haar man zo slecht in bed is. Plus de omdraai-stukjes, bijvoorbeeld deze over pms (jeweetwel, de twee tot drie zwartgallige en lichtgeraakte dagen voordat het maandelijkse hek van de dam gaat):
Het lijkt me duidelijk dat als we in een matriarchaat hadden geleefd, pms een buitengewoon hoge status had gehad, net als de mannelijke melancholie in de 19e eeuw of de hedendaagse roep om bevestiging van allerhande podcastende mannen.
Goed. Terug naar die gene van mij. Over álles schrijven, ja! Doen! Vind ik echt! Mits je nadenkt voor je schrijft, want zomaar voor de kat z’n viool andermans brein spammen is niet netjes. Daar zou ik me écht voor schamen. Maar die andere soort schaamte, het soort dat mij schielijk een tijdschrift op dit boek doet leggen, het soort dat dicteert dat ons tussenbeense een gênant gebied is – dat soort schaamte staat vrijschrijven in de weg. Weg ermee. Hoeft niet per se patsboem nú met zevenmijlslaarzen, mag ook voorzichtig op blote voeten. Ik zal een beginnetje maken: na het posten van dit blog, laat ik het boek open en bloot op tafel liggen. Net zo wijdbeens als het bedoeld is.
(en WIE heeft mij dit boek cadeau gedaan op moederdag? Ikzelf. Mijn boekverkoper heeft me zien blozen. Of misschien verbeeldde ik me dat alleen maar)